Kenya – The Rift Valley Lakes

Er bevinden zich acht meren in het Keniaanse gedeelte van de Rift Valley, twee zijn zoetwatermeren en de overige zijn alkalisch. Verreweg het grootste meer is Lake Turkana, het vroegere Lake Rudolf, dat een oppervlakte heeft van 6405 vierkante km. Lake Logipe is een seizoenmeer ten zuid van Lake Turkana. Verder naar het zuiden bevinden zich Lake Baringo, Bogoria, Nakuru, Elmenteita, Naisvasha en Magadi. De grootste van deze groep is Lake Baringo met een oppervlakte van 130 vierkante km. Baringo en Naisvasha zijn de twee zoetwatermeren. Vijf van deze meren liggen in het centrale gebied en worden hier beschreven.

Lake Baringo

Lake Baringo ligt in de eenzaamheid van de semi woestijn, een oase van rust en schoonheid in een ruig heuvelachtig maar prachtige omgeving.  Een aantal jaren geleden werd Baringo beschouwd als te ver van de begaanbare weg. Dit is ook altijd het gebied geweest van de ontdekkingsreiziger. J.W. Gregory, die te voet vanuit Mombassa reisde, baseerde zijn theorie over het ontstaan van de Rift Valley op bewijs dat hij in Baringo had gevonden. Vroeger passeerden ook de slavenkaravaan
deze weg en de overblijfselen van Fort Baringo dat werd gebouwd om deze waanzin te stoppen zijn nog steeds te zien.

Hippo’s en krokodillen zwemmen er in overvloed, laatstgenoemde worden niet als gevaarlijk beschouwd door de lokale bevolking. De Njemps die tot aan hun schouders in het water staan tijdens het vissen terwijl de krokodillen, ook op zoek naar voedsel, rustig voorbij zwemmen. Maar bezoekers worden betoverd door de ontelbare vogels. 400 soorten zijn er in het gebied geregistreerd en de Goliath Heronry die op een rotsig eilandje in het meer (dat door de lokale bevolking Gibraltar wordt genoemd) zitten, is wereldberoemd. Vogels kijken, te voet of per boot, is slechts een van de vele activiteiten die bij Baringo te doen is. Andere activiteiten zijn onder andere watersport, vissen of een bezoek aan de Njemps, waar traditioneel dansen en werkzaamheden zijn te bewonderen.

Lake Bagoria

Gregory, de bovengenoemde geoloog, zag Lake Bagoria voor het eerst in 1892 en beschreef dit als “de mooiste plek in Afrika”. Wijlen Leslie Brown, een autoriteit op het gebied van vogels, en roofvogels in het bijzonder, schreef “Ik was er toen het spektakel van flamingo’s en andere vogels rondom het meer van sublieme schoonheid waren”.

Het is een ruig gebied, het meer zelf dat zich in een spelonk bevindt van een 600 meter hoge muur, de Ngendelel genaamd. Heet water geisers en vreselijke ammoniakdampen worden gezien aan de westelijke oevers wat het bewijs is van de opwinding beneden. Midden op de dag kan de hitte erg drukkend zijn maar er is een heerlijke koele camping, Fig Tree, waar grote vijgenbomen een verfrissend rustoord
creëren en een heldere stroom water bijdraagt aan de oasesfeer.

Wild is er niet echt veel maar vreemd genoeg is dit de plek waar de Grote Kudu
wordt gezien. De hoofdattractie van het reservaat is, buiten de schitterende omgeving, de tienduizenden flamingo’s en de andere ontelbare watervogels.